Inhoudsopgave
- Kerkhoven
- Kloosters
- Pastorieën
Geschiedenis Sint-Amandsberg
Sint-Amandsberg is een deelgemeente van de stad Gent, gelegen direct ten oosten van het centrum van de stad. Sint-Amandsberg heeft een oppervlakte van zo’n 6,5 km² of 650 hectare en is met meer dan 19 700 inwoners de deelgemeente van Gent met het hoogste aantal inwoners.
De natuurlijke zandheuvel die sinds de 19e eeuw het centrum van Sint-Amandsberg uitmaakt, heeft zijn naam aan de gemeente gegeven. Op die helling zou de heilige Amandus, bijgenaamd ‘Apostel van de Franken’, volgens een legende een met de galg omgebrachte persoon opnieuw tot leven hebben gewekt. De heilige Amandus staat erom bekend de streek rond Ganda (Gent), de zogenaamde ‘Gentgouw’, te hebben gekerstend. Op het grondgebied van Sint-Amandsberg waren verschillende zandheuvels te vinden maar die werden allemaal uitgezaveld of afgegraven in de 19e en 20e eeuw. De ‘Sint-Amandsberg’ is de grootste en enige nog overblijvende zandheuvel in de gemeente.
Oorspronkelijk behoorde het grondgebied toe aan de heerlijkheid van de Sint-Baafsabdij binnen de kasselrij Oudburg met Zingem en Herlegem als noemenswaardige nederzettingen uit de Merovingische tijd. (Vanaf de 11e eeuw werd het graafschap verdeeld in kasselrijen ter vervanging van de Karolingische gouwen.) Zingem is een heel oude nederzetting ten noordoosten van de ‘Sint-Amandsberg’ die terug te voeren is op de 6e-7e eeuw n.C. en beschouwd wordt als de oudste woonkern op het grondgebied van de huidige gemeente. Het is daar dat de Sint-Baafsabdij één van haar oudste abdijhoeves, het hof van Zingem, zou hebben opgericht, mogelijks in de 7e-8e eeuw maar de hoeve is pas in de bronnen vermeld vanaf 966. Vanaf de 17e eeuw verdwijnt elke vermelding van het hof uit de historische bronnen, enkel de wijk Singemkouter verwijst nog naar de akkers van het hof.
Ondanks de nabijheid van de stad Gent, bleef Sint-Amandsberg tot ver in de 19e eeuw hoofdzakelijk een landelijke gemeente. Land- en tuinbouw domineerden tot het begin van de 20e eeuw. Vanaf eind 19e eeuw kwam de industrialisatie echt van de grond in de gemeente waardoor lintbebouwing en arbeiderswijken met beluiken ontstonden langs de Antwerpse- en Dendermondsesteenweg; de urbanisatie kwam op gang.
De wijk Sint-Amandsberg was op parochiaal en gemeentelijk vlak lang afhankelijk van Oostakker. In 1847 kreeg Sint-Amandsberg een eigen parochie (de Sint-Amandusparochie), een eigen kerk (de Sint-Amanduskerk) en een eigen kerkhof (het Campo Santo). Sint-Amandsberg maakte zich in 1872 als zelfstandige gemeente los van Oostakker. Door een toenemende bevolkingsgroei zou de bewoning in de gemeente gestaag groeien. Verschillende nieuwe woonkernen ontstonden of werden uitgebreid. Parallel met die ontwikkeling werden nieuwe parochies opgericht, uiteindelijk zou Sint-Amandsberg vijf parochies tellen: Sint-Amandus, Heilig Hart, O.L.V. Oude Bareel, Sint-Bernadette, Heilig Kruis Westveld. Op de kaart hieronder zijn de verschillende wijken van Sint-Amandsberg aangegeven:
Bronnen
“De heuvel van Amandus: een unieke kijk op de geschiedenis van Sint-Amandsberg”, Stad Gent Persruimte, geraadpleegd november 2021,
http://persruimte.stad.gent/164489-de-heuvel-van-amandus-een-unieke-kijk-op-de-geschiedenis-van-sint-amandsberg.
“Geschiedenis van Sint-Amandsberg”, Stad Gent, geraadpleegd november 2021,
https://stad.gent/nl/sint-amandsberg/over-de-wijk/geschiedenis-van-sint-amandsberg.
“Sint-Amandsberg”, Heemkundige Kring De Oost-Oudburg vzw, geraadpleegd november 2021,
https://www.deoostoudburg.be/werkgebied/sint-amandsberg.
“Sint-Amandsberg”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd november 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas/14012.
“Sint-Amanduskapel”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd november 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/26831.
Gent in cijfers
“Stad Gent – Dashboard”, Stad Gent Buurtmonitor, geraadpleegd november 2021,
https://gent.buurtmonitor.be/dashboard/dashboard/.
“Stad Gent – Wijkmonitor”, Stad Gent Buurtmonitor, geraadpleegd november 2021,
https://gent.buurtmonitor.be/jive/.
- Begijnhof
Groot Begijnhof Sint-Elisabeth
Het Groot Begijnhof Sint-Elisabeth ligt aan de rand van de stad Gent, in het westen van Sint-Amandsberg. Het is niet te verwarren met het Oud Begijnhof Sint-Elisabeth aan het Rabot/Prinsenhof in het centrum van Gent. De begijnen uit dat laatste begijnhof werden in de tweede helft van de 19e eeuw verjaagd door het antiklerikale stadsbestuur van Gent en vonden een onderkomen in het nieuwe Groot Begijnhof in Sint-Amandsberg. Het Groot Begijnhof Sint-Elisabeth is sinds 1998 erkend als Unesco-werelderfgoed. Al in 1994 werd het begijnhof aangeduid als beschermd monument en stadsgezicht. In 2009 kwam daar ook nog de erkenning als bouwkundig erfgoed bij.
Het centrum van de stad Gent telt twee verschillende begijnhoven: het Klein Begijnhof O.L.V. Ter Hoyen aan de Lange Violettestraat en het Oud Begijnhof Sint-Elisabeth aan het Rabot/Prinsenhof, beiden gesticht rond 1235 op aangeven van gravin van Vlaanderen Johanna van Constantinopel. De twee begijnhoven kenden een gelijkaardige geschiedenis tot het midden van de 19e eeuw.
Een belangrijk keerpunt in de geschiedenis van de begijnhoven was de inlijving van de Oostenrijkse Nederlanden bij Frankrijk in 1795 (na de Franse Revolutie van 1789). Al snel werden alle kerkelijke bezittingen geconfisqueerd en genationaliseerd, abdijen en contemplatieve kloosters werden opgeheven en verkocht als nationaal goed, de clerus moest een eed van trouw aan de Republiek afleggen enz. Kortom de maatschappij werd gedwongen gelaïciseerd, het ‘Ancien Régime’ was niet meer. De opgelegde secularisering door het Franse bewind had natuurlijk ook een impact op de begijnhoven.
In Gent werden de begijnhoven eigendom van de in 1796 opgerichte Commissie der Burgerlijke Godshuizen. Na de onafhankelijkheid van België in 1830 liepen de spanningen tussen de begijnen en de Commissie enerzijds en het antiklerikale stadsbestuur anderzijds hoog op. Het liberale stadsbestuur was de begijnen liever kwijt dan rijk en wou de begijnhoven een andere invulling geven, eventueel zelfs afbreken. De Duits-Belgische hertog Engelbert August van Arenberg kocht in 1862 het volledige Klein Begijnhof op en zorgde er zodoende voor dat het zijn oorspronkelijke functie kon blijven behouden. Het Oud Begijnhof was echter een ander lot beschoren.
In 1870 viel de definitieve beslissing tot de ontruiming van het Oud Begijnhof, alle begijnen moesten weg. Opnieuw sprong de vrijgevige hertog van Arenberg voor de begijnen in de bres. Hij liet aan de rand van de stad, in Sint-Amandsberg dat in 1872 een zelfstandige gemeente was geworden, een nieuw begijnhof optrekken voor de weggejaagde begijnen. Daarvoor had de mecenas in 1872 samen met enkele andere weldoeners een stuk grond van 8 ha gekocht achter het voormalige kerkhof van de Dampoort. Begin 1873 startten de werken aan het Groot Begijnhof Sint-Elisabeth, op 29 september (Sint-Michielsdag) van dat jaar vond de eerstesteenlegging van de nieuwe Begijnhofkerk plaats. Voor het ontwerp van het Begijnhof had de hertog van Arenberg een beroep gedaan op de architect Arthur Verhaegen. Verhaegen baseerde zich volledig op het patroon van het typische middeleeuwse begijnhof als ommuurde wijk binnen een stad. Hij liet zich inspireren door de stijl van de 15e-eeuwse Vlaamse gotiek, Verhaegen was namelijk een fervent aanhanger van de neogotiek.
Op 29 september 1874, op Sint-Michielsdag, werd het Groot Begijnhof Sint-Elisabeth plechtig geopend. Meer dan 600 begijnen verhuisden van het Oud-Begijnhof in Gent naar het nieuwe Groot Begijnhof in Sint-Amandsberg. Met de inzegening van de Begijnhofkerk Sint-Elisabeth exact een jaar later, was het begijnhof volledig klaar. Het Groot Begijnhof bestond naast de Begijnhofkerk uit een Groothuis voor de Grootjuffrouw, een infirmerie, een kapel gewijd aan Sint-Antonius van Padua, veertien conventen (gemeenschappelijke huizen) en tachtig huizen. In het noordoosten, aan de huidige Jan Roomsstraat, voorzag men de hoofdingang van een spitsboogpoort met wapenschild. Een poorthuis aan de zuidwestelijke kant vormde de achteringang van het begijnhof, uitkijkend op de huidige Engelbert Van Arenbergstraat. Daarnaast werden drie pleinen aangelegd binnen het Groot Begijnhof: “het Sint-Elisabethplein tussen de kerk en het Groothuis, het Sint-Beggaplein achter de kerk en het Sint-Antoniusplein voor de achteruitgang”. De pleinen werden onder andere gebruikt als droog- en bleekweiden (zie oude postkaarten bij afbeeldingen).
Na de Eerste Wereldoorlog werden de vele bezittingen van de Duitse adellijke familie Arenberg in België en Frankrijk onder sekwester geplaatst, de Belgische Staat verwierf dus tijdelijk het eigendomsrecht over die bezittingen. Zo kwamen ook het Klein Begijnhof in Gent en het Groot Begijnhof in Sint-Amandsberg in het bezit van de Belgische Staat. In 1923 besliste de rechtbank in Brussel dat het sekwester zou worden opgeheven. De begijnen van beide begijnhoven stichtten elk een vzw, een vereniging met rechtspersoonlijkheid, om met de Belgische Staat te kunnen onderhandelen over het eigendomsrecht. De vzw Begijnhof Sinte-Elisabeth te Sint-Amandsberg werd opgericht in 1924, slechts drie jaar nadat zo’n constructie wettelijk in het leven werd geroepen en bestaat nog steeds. Uiteindelijk kon de vzw op 29 juli 1925 het Groot Begijnhof overkopen van de Belgische Staat.
Vanaf de jaren 1930 verminderde het aantal begijnen echter sterk. In 1950 treed de laatste nieuwe begijn, Margriet Schaeck, in. Slechts tien begijntjes blijven over in 1987 en op 20 januari 2003 sterft de laatste Grootjuffrouw. Alice Maenhout was daarmee de allerlaatste begijn van het Groot Begijnhof Sint-Elisabeth en overleed niet veel later op 25 augustus 2003. Het begijnhof telt nu vele gewone lekenbewoners en enkele verenigingen hebben er hun standplaats, zoals de heemkundige kring De Oost-Oudburg en het Documentatiecentrum voor Streekgeschiedenis dr. Maurits Gysseling (DSMG).
Voor een uitgebreide en unieke fotocollectie met oude postkaarten/foto’s en recente afbeeldingen, kijk zeker eens op de pagina van het Groot Begijnhof op Gent-Geprent:
https://www.gent-geprent.com/begijnhoven/groot-begijnhof/algemene-info.
Bronnen
“Begijnhof Onze-Lieve-Vrouw ter Hoye”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd december 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/122163.
“Begijnhof Sint-Elisabeth”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd december 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/122164.
“Geschiedenis”, Begijnhof Sinte-Elisabeth vzw, geraadpleegd december 2021, https://grootbegijnhof.wixsite.com/home/eigendom-en-bestuur.
“Groot Begijnhof”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd december 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/122162.
- Kapellen
Sint-Amanduskapel
De Sint-Amanduskapel is gelegen op de top van de Sint-Amandshelling, daarom ook wel de ‘Kapelleberg’ genoemd. Die natuurlijke helling is de hoogste en enige overgebleven duinheuvel van Sint-Amandsberg. Op de noordelijke flank van de helling ligt het Campo Santo. De kapel wordt niet meer gebruikt door de katholieke eredienst, ze is eigendom van de Stad Gent. Sinds het einde van de vorige eeuw doet de kapel dienst als tentoonstellingsruimte.
Sinds 1942 is de Sint-Amanduskapel beschermd als monument. Ze is als onderdeel van het Campo Santo vanaf 1996 ook erkend als beschermd stadsgezicht. In 2009 werd de kapel aangeduid als bouwkundig erfgoed.
In 1720 gaf bisschop Philips Erard van der Noot opdracht tot het bouwen van de huidige Sint-Amanduskapel. De kapel werd opgetrokken in de architecturale stijl van de barok, die bijzonder populair was in de vroege 18e eeuw.
Tot 1847 was Sint-Amandsberg een proosdij en afhankelijk van de moederparochie Oostakker. Een proost was verantwoordelijk voor de kapel en hield een succursale of ondergeschikte eredienst in de kapel voor de gelovigen van Sint-Amandsberg. Tijdens het Franse bewind van de Zuidelijke Nederlanden werd de kapel zoals al het kerkelijk onroerend erfgoed onteigend en tot nationaal goed gemaakt. De laatste proost van de Sint-Amanduskapel, Jozef Van Damme (1804-1874), kon de heuvel met de kapel aankopen voor de gemeente Oostakker. Als vergoeding mocht hij de noordwestelijke kant van de helling inrichten als begraafplaats. Plannen om de Sint-Amanduskapel uit te breiden tot een volwaardige kerk werden afgekeurd door de provincie. In 1847 kreeg Sint-Amandsberg de status van parochie en werden de Sint-Amanduskerk en begraafplaats Campo Santo ingehuldigd. (Zie ook: Campo Santo en Sint-Amanduskerk.)
De kapel behield aanvankelijk haar exclusieve functie voor erediensten, maar geleidelijk aan werd ze ook voor andere doeleinden gebruikt, bv. als oefenruimte voor een turnschool of als zondagsschool. Onder leiding van architect Jan Rooms die in Sint-Amandsberg woonde, werd de kapel in de periode 1927-1928 gerestaureerd. Pastoor Cyriel Palms (1933-1954) maakte van de kapel opnieuw uitsluitend een gebedsruimte.
Bij restauratiewerken aan de Sint-Amanduskapel in 1966 ontdekte men een trede van een nog oudere kapel. Die kleinere kapel zou vermoedelijk gebouwd zijn in de tweede helft van de 14e eeuw, volgens de heemkundige kring De Oost-Oudburg is er voor het eerst sprake van de kapel in 1366. Ze zou deel uitgemaakt hebben van het hof van Zingem, een abdijhoeve uit de vroege middeleeuwen. De oude kapel zou verdwenen zijn ergens tussen 1469 en 1568.
Bronnen
“Begraafplaats Campo Santo”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd november 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/200725.
“Inventaris van het archief van de kerkfabriek en parochie Sint-Amandus te Sint-Amandsberg, 1721-2002”, Rijksarchief België, 2015,
https://search.arch.be/nl/?option=com_rab_findingaids&view=findingaid&format=pdf&eadid=BE-A0514_116669_115393_DUT.
“Sint-Amandsberg”, Heemkundige Kring De Oost-Oudburg vzw, geraadpleegd november 2021,
https://www.deoostoudburg.be/werkgebied/sint-amandsberg.
“Sint-Amanduskapel”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd november 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/26831.
Sabine De Groote, Het Campo Santo van Sint-Amandsberg (Gent: provinciebestuur Oost-Vlaanderen, 2000).
- Kerken
Begijnhofkerk Sint-Elisabeth
(In opbouw)
Voor informatie over het Groot Begijnhof Sint-Elisabeth: zie Groot Begijnhof Sint-Elisabeth.
Heilig Hartkerk
De parochiekerk van het Heilig Hart bevindt zich aan het Heilig Hartplein, in dezelfde wijk ligt ook het Groot-Begijnhof van Sint-Amandsberg. Sinds 2009 is de parochiekerk aangeduid als erkend bouwkundig erfgoed. Enkele jaren geleden, in 2016, werd de Heilig Hartkerk aan de eredienst onttrokken. In 2019 kocht de Stad Gent de kerk en sindsdien loopt er een herbestemmingsproject.
Tot aan het eind van de 19e eeuw was Sint-Amandsberg in hoofdzaak een landelijke gemeente. In de tweede helft van de 19e eeuw begon echter de beweging naar industrialisatie en bijgevolg ook urbanisatie in Sint-Amandsberg. Die industrialisatie voltrok zich in de eerste plaats aan de stadsrand van Gent, dus in de meest westelijke wijken van Sint-Amandsberg. Tal van arbeiderswijken met beluiken werden opgericht onder meer ook in het Heilig Hart. Daarnaast werd langs de Dendermondsesteenweg, die de zuidgrens van de wijk aangeeft, geleidelijk lintbebouwing opgetrokken (net als bij de Antwerpsesteenweg). De wijk van het Heilig Hart werd op die manier al snel een van de eerste en meest geürbaniseerde wijken van Sint-Amandsberg.
Als gevolg van de sterke bevolkingstoename verhief men in 1877 het Heilig Hart tot zelfstandige parochie (daarvoor afhankelijk van de parochie Sint-Amandus). In 1878 werd E.H. Stanislas Blomme aangesteld als eerste pastoor van de nieuwe parochie. Aanvankelijk maakte de parochie tijdelijk gebruik van een houten noodkerk. Spoedig werd echter begonnen met de bouw van een volwaardige parochiekerk naar het ontwerp van architect Gustave Hoste. De eerstesteenlegging van de streng neogotische kerk gebeurde op 26 juni 1881. Twee jaar later, op 21 oktober 1883, kon de Heilig Hartkerk al ingewijd worden. Opmerkelijk is dat de torenspits pas een kleine 30 jaar later, in 1910, werd toegevoegd aan het gebouw.
Het meubilair in de kerk is ook neogotisch opgevat en kwam uit het atelier van de Duitse beeldhouwer Matthias Zens (1839-1921). Zens had gestudeerd aan de beeldhouwersschool Sint-Lucas van de bekende architect baron Jean-Baptiste Bethune (1821-1894; na zijn dood ‘de Bethune’), dé pionier van de Belgische neogotiek. Zens perfectioneerde de neogotiek en heeft een impressionant oeuvre achtergelaten, zo heeft hij o.a. ook de binneninrichting van de Sint-Annakerk in Gent verzorgd.
In 2016 werd de Heilig Hartkerk (alsook de Heilig Kruiskerk) aan de eredienst onttrokken en koos het Bisdom Gent ervoor, in samenspraak met de Stad Gent, de kerk te herbestemmen . In 2017 ging Sogent, het stadsontwikkelingsbedrijf van de Stad Gent, op zoek naar een ontwerpteam voor de herbestemming van de Heilig-Hartkerk en de herinrichting van het Heilig-Hartplein. De herbestemming kadert binnen het stadsvernieuwingsproject ‘En Route’ in de wijken Dampoort en Sint-Amandsberg. In 2018 maakte de stad bekend dat de opdracht zou gaan naar het architectenbureau De Smet-Vermeulen uit Gent. Naast de Heilig Hartkerk is ook de aanpalende pastorij opgenomen in de vernieuwingsplannen. De kerk zal omgevormd worden tot een buurtcentrum met een solidair restaurant, de pastorij deed al dienst als buurtcentrum onder de vzw Pastory. In januari 2021 diende sogent de omgevingsvergunning in voor de vernieuwing van de Heilig Hartkerk en de pastorij. De werken zijn gestart in november 2021, eind 2022 zouden de vernieuwingen van de kerk en pastorij afgerond moeten zijn.
Bronnen
“46 Gentse parochiekerken”, STAM Gent, geraadpleegd december 2021,
https://stamgent.be/nl_be/digi-expos/46-gentse-parochiekerken.
“H. Hart”, Kerknet, 12 oktober 2016,
https://www.kerknet.be/parochie-gent-oost/artikel/h-hart.
“Heilig Hartkerk en -plein”, Sogent, geraadpleegd december 2021,
https://sogent.be/projecten/heilig-hartkerk-en-plein.
“Ontwerpteam voor de herbestemming van de Heilig Hartkerk en het Heilig-Hartplein in Sint-Amandsberg is gekend”, persruimte Stad Gent, 27 april 2018,
https://persruimte.stad.gent/165394-ontwerpteam-voor-de-herbestemming-van-de-heilig-hartkerk-en-het-heilig-hartplein-in-sint-amandsberg-is-gekend.
“Parochiekerk Heilig Hart”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd december 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/26790.
“Zo gaat vernieuwde Heilig Hartkerk in Sint-Amandsberg eruitzien: “Blikvanger van de buurt””, Het Nieuwsblad [digitaal], 27 februari 2021,
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20210227_95084175.
Heilig Kruiskerk
De Heilig Kruiskerk is de parochiekerk van het Westveld. Ze is gelegen aan het Heilig Kruisplein en valt op door haar modernistische stijl. De modernistische kerk is sinds 2014 erkend als bouwkundig erfgoed. Sinds 2016 vinden er geen eucharistievieringen meer plaats, de kerk is van de eredienst onttrokken, ontwijd en in 2019 werd de kerk verkocht aan een veilinghuis.
Tot in de 20e eeuw werden de velden ‘Heyvelt’ en ‘Westvelt’ nauwelijks gebruikt als woongebied. De onvruchtbare velden waren namelijk niet geschikt voor landbouwactiviteiten. Die activiteiten waren tot het begin van de 20e eeuw dominant in Sint-Amandsberg, wat de velden niet attractief maakten om er te gaan wonen. In de 20e eeuw kende Sint-Amandsberg echter een aanhoudende bevolkingsgroei, die ervoor zorgde dat de urbanisatie van de gemeente echt op gang kwam. Verschillende nieuwe wijken vormden zich, waaronder de wijk het ‘Westveld’.
In de jaren ’50 van de vorige eeuw werd begonnen met de aanleg van een sociale woonwijk in het Westveld door de Gentse sociale huisvestingsmaatschappijen Volkshaard en De Gentse Haard. In 1957 kreeg, omwille van de demografische groei, de oprichting van de hulpparochie ‘Heilig Kruis’ op het Westveld een positief advies van de gemeenteraad van Sint-Amandsberg. Officieel was de oprichting pas in 1958, toen de oprichting van de parochie in het Belgisch Staatsblad verscheen. E.H. Albert Scheire werd op 25 januari 1959 de eerste officiële pastoor van de parochie Heilig Kruis. Aanvankelijk gebruikte men een noodkerkje voor de erediensten maar de nood aan een volwaardige eigen parochiekerk was groot. De toenmalige kerkfabriek organiseerde in 1959 een ontwerpwedstrijd waar het meest geschikte ontwerp voor de nieuwe kerk zou worden verkozen. Het modernistische ontwerp van architect Paul Van Maele uit Sint-Amandsberg behaalde uiteindelijk de eerste plaats.
Naar aanleiding van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) werden de bouwplannen en het interieurontwerp nog gewijzigd om meer in lijn te zijn met de bevindingen van Vaticanum II. In 1962 lagen de bouwplannen definitief vast en kreeg men een bouwvergunning. Voor de werken werd een beroep gedaan op de aannemer Peynsaert en zonen uit Aalst. Op 30 juni 1963 vond de eerstesteenlegging plaats en twee jaar later, op 4 juli 1965 werd de Heilig-Kruiskerk officieel ingewijd door de Gentse bisschop Léonce Albert Van Peteghem.
In de open klokkentoren bevinden zich drie klokken van het Leuvense atelier Sergeys. De glas-in-loodramen werden ontworpen en vervaardigd door glazenier Michel Martens uit Brugge. Het hoofdaltaar is van de hand van beeldhouwer Maurice Witdouck uit Lovendegem en in 1974 werden in de kerk ook enkele beeldhouwwerken van Albert D’Havé uit Eeklo geplaatst. Het orgel, aangekocht in 1982, is afkomstig van het klooster van Onze-Lieve-Vrouw Visitatie van Dendermonde.
E.H. Scheire werd vanaf 1963 bijgestaan door onderpastoor E.H. Hugo Van Cleemput. In 1967 werd pastoor Scheire opgevolgd door E.H. Marcel De Smet (1967-1974). Van ’74 tot ’81 was E.H. André Van der Schueren de derde pastoor van de Heilig Kruisparochie, bijgestaan door onderpastoor E.H. Hugo Vincent (1973-1980). Vervolgens kwam in 1981 E.H. Roger Hoebeke, die na zijn plotse dood in 1995 werd opgevolgd door E.H. Dirk Moereels.
De laatste eucharistieviering vond plaats op 20 november 2016, waarna de kerk van de eredienst onttrokken werd (idem Heilig Hartkerk). In 2018 was er verzet tegen de plannen van bisschop Luc Van Looy en de Stad Gent om de Heilig Kruiskerk te ontwijden en een herbestemming te geven. De beroepsprocedure werd zelfs behandeld door een kerkelijke rechtbank in Rome. Het verzet bleek tevergeefs: in 2019 kocht het veilinghuis Maison Jules uit Gent het gebouw om er een veilings- en tentoonstellingsruimte van te maken.
Bronnen
“H. Kruiskerk”, Kerknet, geraadpleegd november 2021,
https://www.kerknet.be/parochie-gent-oost/artikel/h-kruiskerk.
“Heilig Kruiskerk (Sint-Amandsberg)”, Wikipedia, geraadpleegd november 2021,
https://nl.wikipedia.org/wiki/Heilig_Kruiskerk_(Sint-Amandsberg).
“Parochiekerk Heilig Kruis”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd november 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/201318.
“Sociale woonwijk Westveld”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd november 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas/16952.
O.L.V.-kerk Oude Bareel
(Foto’s volgen)
De kerk Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand is de parochiekerk van de Oude Bareel. De O.L.V.-kerk bevindt zich aan de Antwerpsesteenweg. Aan het kerkplein ligt ook het vroegere klooster O.L.V Visitatie van de Oude Bareel, waar nu de lagere school Sint-Janscollege Oude Bareel gevestigd is. Tegenover de kerk is de pastorie van de Oude Bareel te vinden. Elke zondag om 9u30 wordt er een eucharistieviering gehouden.
Tot aan het eind van de 19e eeuw was Sint-Amandsberg in hoofdzaak een landelijke gemeente. In de tweede helft van de 19e eeuw begon echter de beweging naar industrialisatie en bijgevolg ook urbanisatie in Sint-Amandsberg. Die industrialisatie voltrok zich in de eerste plaats aan de stadsrand van Gent, dus in de meest westelijke wijken van Sint-Amandsberg. Tal van arbeiderswijken met beluiken werden opgericht, zoals de wijk Heilig Hart. De bevolking van Sint-Amandsberg groeide gestaag aan en de urbanisatie verspreidde zich steeds verder naar het oosten van Sint-Amandsberg via de Dendermondsesteenweg en de Antwerpsesteenweg. In eerste instantie vestigden de arbeiders zich langs de Antwerpsesteenweg, pas later werd de achterliggende zone verkaveld. Het bestaande landelijke gehucht Oude Bareel werd zo geleidelijk een urbane wijk.
De Oude Bareel was net als de rest van Sint-Amandsberg een deel van de gemeente en de parochie van Oostakker. In 1847 kreeg Sint-Amandsberg haar eerste zelfstandige parochie: Sint-Amandus. Later, in 1872 werd Sint-Amandsberg ook op administratief vlak een zelfstandige gemeente, waar de Oude Bareel deel van uit maakte. Door de bevolkingsgroei in bestaande en nieuwe wijken steeg de nood aan nieuwe parochies. De parochie van het Heilig Hart werd opgericht in 1877, aangezien die wijk een van de eerste en meest geürbaniseerde van Sint-Amandsberg was. Op 17 oktober 1928 kreeg Sint-Amandsberg er een derde parochie bij, nl. de Oude Bareel.
Al vanaf 1907 ijverde pastoor Cap van Sint-Amandus voor een kerk op de Oude Bareel. De bekende architect Jan Rooms (1864-1947) tekende in 1911 plannen voor een kerk en pastorie in de wijk Oude Bareel en hij stelde ze voor op de Wereldtentoonstelling van 1913 in Gent. Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog en de financiële gevolgen die daarop volgden, werden de plannen niet uitgevoerd. Wanneer de Oude Bareel in 1928 tot zelfstandige parochie werd verheven, was een parochiekerk een noodzaak geworden. De parochie Oude Bareel lag op het grondgebied van Sint-Amandsberg en Oostakker, beide gemeenten dienden dus akkoord te gaan met de nieuwe parochiekerk. Oostakker lag echter dwars en weigerde in eerste instantie de bouw goed te keuren.
Op initiatief van de eerste pastoor van de Oude Bareel, E.H. Hyacinth Lippens (1877-1967), ontwierp de befaamde Gentse architect Valentin Vaerwyck (1882-1959) de nieuwe plannen voor de parochiekerk van de Oude Bareel. De provinciaal architect Vaerwyck, die eerder al het Gentse Belfort had gerestaureerd, had eind 1930 het ontwerp voor de kerk klaar. De O.L.V.-kerk van de Oude Bareel zou een modernistische kerk worden in een gele baksteenbouw met invloeden van de art deco, een stijlbeweging die tijdens het interbellum zeer populair was. Vaerwyck baseerde zich op de decoratieve baksteenarchitectuur van de Amsterdamse School. Ridder Emmanuel van Outryve d’Ydewalle en zijn echtgenote Marie Josephine van den Peereboom schonken op 25 september 1930 een perceel grond (29,75 are) aan de kerkfabriek van de Oude Bareel om er de parochiekerk op te bouwen. De bouwwerken zouden uitgevoerd worden door de bouwonderneming Van Herrewege en De Wilde.
Met een koninklijk besluit werd op 6 september 1932 de bouw van de parochiekerk van de Oude Bareel definitief goedgekeurd. Mgr. Honoré Jozef Coppieters (bisschop van Gent, 1927-1947) legde de eerste steen op 25 september 1932 en zeven maanden later kon het kruis van de toren al gewijd worden. In juni 1933 kwamen de glas-in-loodramen uit het atelier in Roermond van de Nederlandse glazenier Joep Nicolas (1897-1972) aan op de Oude Bareel. Daarnaast vallen ook de sculpturen van Oscar Sinia aan de buitenkant van de kerk op, o.a. boven het hoofdportaal van de kerk, boven de ingang aan de noordkant en het sculptuur van de calvarieberg eveneens aan de kant van de Antwerpsesteenweg. Op zondag 23 juli 1933 werd de O.L.V.-kerk van Altijddurende Bijstand Oude Bareel uiteindelijk ingezegend tijdens de zondagsmis.
Aan het begin en het einde van de Tweede Wereldoorlog raakte de parochiekerk zwaar beschadigd door beschietingen (mei 1940 en september 1944). De weekkapel werd pas later ingericht, op de plaats waar vroeger de sacristie was. In 1975 werd de kapel ingewijd. In 1977 verplaatste men het hoofdaltaar van achter in de kerk naar een centrale positie in het transept (ook gekend als: kruisarm, kruisbeuk, dwarsbeuk of dwarsschip), die centrale plaats in een kerk noemt men de kruising of viering.
In 2005 erkende de Vlaamse Gemeenschap de O.L.V.-kerk van de Oude Bareel als beschermd monument wegens haar architectuurhistorische en artistieke waarde. Sinds 2009 is de kerk ook aangeduid als bouwkundig erfgoed.
Voor een gedetailleerd overzicht van de geschiedenis van de kerk en de parochie van de Oude Bareel voor de periode 1928-1978 verwijs ik graag naar het boek van Roger Poelman uit 1978: Vijftig jaar parochie Oude Bareel, 1928-1978. Het vervolg van het historisch overzicht voor de periode 1978-2008 is geschreven door Marcel Persijn: Parochie Oude Bareel, de jonge jaren, 1978-2008.
Ga naar Locatie op Google Street View
Bronnen
Marcel Persijn, Parochie Oude Bareel, de jonge jaren, 1978-2008, (Sint-Amandsberg: Parochieploeg Oude Bareel – Sint-Amandsberg, 2010).
“46 Gentse parochiekerken”, STAM Gent, geraadpleegd februari 2022,
https://stamgent.be/nl_be/digi-expos/46-gentse-parochiekerken.
“Inventaris van het archief van de kerkfabriek en parochie Onze-Lieve-Vrouw te Sint-Amandsberg Oude Bareel”, Rijksarchief België, 2018,
https://search.arch.be/nl/?option=com_rab_findingaids&view=findingaid&format=pdf&eadid=BE-A0514_716661_800388_DUT.
“Onze-Lieve-Vrouwkerk”, Kerknet, 12 oktober 2016,
https://www.kerknet.be/parochie-gent-oost/artikel/onze-lieve-vrouw-kerk.
“Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van de Oude Bareel”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd februari 2022,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/26720.
Sint-Amanduskerk
De Sint-Amanduskerk is de parochiekerk van Sint-Amandus en is gewijd aan de heilige Amandus en de heilige Jozef. De parochiekerk ligt in het centrum van Sint-Amandsberg, aan de Visitatiestraat waar ook het klooster O.L.V. Visitatie en de pastorie van Sint-Amandus gelegen zijn. De Sint-Amanduskerk ligt aan de rand van de begraafplaats Campo Santo en aan de voet van de heuvel waar de Sint-Amanduskapel ligt. Er vindt nog steeds elke zaterdag om 16u30 een eucharistieviering plaats.
Lange tijd maakte Sint-Amandsberg deel uit van de gemeente en de parochie van Oostakker (zelfstandige gemeente vanaf 1800). In 1720 werd de huidige Sint-Amanduskapel gebouwd op de top van de Sint-Amandshelling. De wijk Sint-Amandsberg was een proosdij, afhankelijk van de moederparochie van Oostakker. Een proost was verantwoordelijk voor de kapel en hield een succursale of ondergeschikte eredienst in de kapel voor de gelovigen van Sint-Amandsberg. E.H. Jozef Van Damme (1804-1874) was de laatste proost van de kapel. Hij kocht de Sint-Amanduskapel aan voor de gemeente Oostakker en in ruil mocht hij op de noordelijke helling van de ‘Sint-Amandsberg’ een kerkhof aanleggen, het latere Campo Santo. In 1872 werd Sint-Amandsberg ook op administratief vlak een zelfstandige gemeente en in 1883 werd schuin tegenover de Sint-Amanduskerk het monumentale neogotische gemeentehuis gebouwd (huidige Oud Gemeentehuis van Sint-Amandsberg).
Van Damme nam ook het initiatief tot het bouwen van een kerk voor Sint-Amandsberg. Plannen om de Sint-Amanduskapel uit te breiden tot een volwaardige kerk werden afgekeurd door de provincie. Daarom begon men in 1846 met de constructie van de Sint-Amanduskerk naar ontwerp van architect Mathias Wolters (1793-1859). Op 23 april 1846 legde Mgr. Lodewijk-Jozef Delebecque, bisschop van Gent van 1838 tot 1864, de eerste steen. Het kerkgebouw was ontworpen in een sobere neogotische stijl eigen aan Wolters, die o.a. ook het Bisschoppelijk Paleis in Gent en de kerken van Heusden (Destelbergen) en Sint-Denijs-Westrem uittekende. In 1847 kreeg Sint-Amandsberg de status van zelfstandige parochie met E.H. Van Damme als eerste pastoor. Datzelfde jaar werden de Sint-Amanduskerk en de nieuwe begraafplaats achter de kerk ingewijd.
Tussen 1932 en 1940 werd de Sint-Amanduskerk ingrijpend verbouwd door de architecten Jan Rooms (1864-1947) en zoon Antoine Rooms (1899-1974). Zij voegden een koor, kruisbeuk, sacristie en doopkapel toe. Enkel een deel van de westtoren met spits bleef behouden. De weekkapel rechts van het hoofdaltaar kwam er in 1980. In 1996 werd de Sint-Amanduskerk als deel onderdeel van de Campo Santo-site aangeduid als beschermd stadsgezicht en sinds 2009 is de kerk erkend als bouwkundig erfgoed.
Ga naar Locatie op Google Street View
Bronnen
“Inventaris van het archief van de kerkfabriek en parochie Sint-Amandus te Sint-Amandsberg, 1721-2002”, Rijksarchief België, 2015,
https://search.arch.be/nl/?option=com_rab_findingaids&view=findingaid&format=pdf&eadid=BE-A0514_116669_115393_DUT.
“Parochiekerk Heilige Amandus en Heilige Jozef”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd februari 2022,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/26832.
Sint-Bernadettekerk
De parochiekerk Sint-Bernadette ligt in de gelijknamige wijk in het noorden van Sint-Amandsberg. Sinds 2014 is de modernistische Sint-Bernadettekerk erkend als bouwkundig erfgoed. De kerk wordt nog steeds actief gebruikt door de parochie Sint-Bernadette, er vinden nog elke zondag om 11u eucharistievieringen plaats, alsook andere diensten als doopsels, huwelijken en uitvaarten.
Aan het begin van de 20e eeuw kende Sint-Amandsberg een gestage bevolkingsgroei en industrialisatie aan de rand met Gent. Bijgevolg steeg ook de nood aan woningen en kwam de urbanisatie volop op gang. Rond 1923 startte de uitbouw van een tuinwijk aan de huidige Sint-Bernadettestraat (tot 1943 ‘Lourdesstraat’) in opdracht van de ‘Gentse Maatschappij voor Goedkope Woningen’ , het huidige WoninGent. De toegenomen bevolking maakte de nood aan een nieuwe parochie groot.
In 1935 kwam er een tijdelijke houten noodkerkje, bediend door onderpastoor Bauwens van de Sint-Amandusparochie. Een jaar later kreeg het kerkje met E.H. Armand Van Hevele een eigen bedienaar, hij was daarvoor onderpastoor in Oostakker en richtte in de Sint-Bernadettewijk een eigen film- en feestzaal op: de Nova (nu gekend als het Novacentrum). Het duurde echter nog tot 1950 vooraleer de nieuwe Sint-Bernadetteparochie officieel werd erkend als zelfstandige parochie, onder het dekenaat Sint-Amandsberg.
Tot in de jaren ’60 bleef het houten noodkerkje in dienst, maar de behoefte aan een volwaardig kerkgebouw werd steeds prangender. Op 14 oktober 1961 dienden de Gentse architecten André Platel en Leo Lefebure hun eerste plannen voor een nieuwe kerk in bij de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML). De plannen van Platel en Lefebure werden echter geweigerd, o.m. omwille van liturgische voorschriften. Tussen 1962 en 1965 liep nl. het Tweede Vaticaans Concilie waardoor de liturgische inzichten wijzigden. Ze herwerkten, op aangeven van de Commissie, het grondplan en stuurden de plannen in 1962 opnieuw door naar de KCML. Wederom keurde de Commissie de plannen af. De architecten pasten hun plannen nogmaals aan en uiteindelijk startten de werken aan de nieuwe Sint-Bernadettekerk op 21 augustus 1967. De bouw stond onder leiding van bouwonderneming Charles en Julien Van Caneghem uit Erpe-Mere. Ondertussen vonden de vieringen plaats in de Nova aangezien het noodkerkje was afgebroken. In het najaar van 1968 was de parochiekerk af en op 22 november 1969 werd ze ingewijd.
Platel en Lefebure ontwierpen ook het interieur van de kerk en het vast meubilair. Daarop hadden de nieuwe liturgische voorschriften van Vaticanum II eveneens een grote impact en werden de plannen meermaals gewijzigd. De Gentse architect en beeldend kunstenaar René Heyvaert ontwierp de glasramen en houten inkom. In de toren hangen drie klokken die vervaardigd werden door de Nederlandse klokkengieterij Petit & Fritsen uit Aarle-Rixtel. De Brusselse orgelbouwer Patrick Collon bouwde in 1979 het orgel. Begin jaren ’80 voerde de aannemer Sidef uit Gent herstellingswerken uit aan de kerk onder supervisie van architect Roger de Vos uit Oostakker.
Pastoor Van Hevele ging in 1973 met pensioen en werd opgevolgd door E.H. Dries Morel die de parochie meer dan 25 jaar lang verder uitbouwde (er kwam o.a. een parochiesecretariaat). Eind 2002 ging pastoor Morel met pensioen. In januari 2003 nam E.H. Willy Haers de fakkel over, daarnaast bleef Haers pastoor-deken van de Sint-Amandusparochie. In 2016 werd E.H. Johan Goedefroot aangesteld als pastoor-moderator voor alle parochies van Sint-Amandsberg. In het kader van de herstructurering van de dekenaten werd een nieuwe, overkoepelende parochie/parochiefederatie in het leven geroepen: de parochie Heilige Franciscus van Assisi in Gent-Oost. Daaronder ressorteren de parochies van Sint-Amandsberg – waaronder dus ook Sint-Bernadette – en Gentbrugge-Ledeberg. De parochie Gent-Oost valt onder het nieuwe dekenaat Gent. De parochie van Sint-Bernadette is nog steeds actief en heeft ook een eigen website.
Bronnen
“Parochiekerk Sint-Bernadette”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd december 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/216340.
“St. Bernadette”, Kerknet, 12 oktober 2016,
https://www.kerknet.be/parochie-gent-oost/artikel/sint-bernadette.
- Kerkhoven
Campo Santo
Het Campo Santo wordt vaak gezien als één van de meest opmerkelijke en bekendste begraafplaatsen van Vlaanderen. Vele bekende namen uit de politieke, economische en culturele wereld hebben hier hun laatste rustplaats. Op het Campo Santo is een uitzonderlijke concentratie aan waardevolle graven te vinden, meer dan 130 praalgraven zijn ondertussen al beschermd.
Sinds 1996 heeft het gedeelte van de begraafplaats uit 1847 en 1856 het statuut van beschermd monument en is de hele begraafplaats erkend als beschermd stadsgezicht. In 2009 werd het Campo Santo ook aangeduid als bouwkundig erfgoed.
Voor 1847 was er in Sint-Amandsberg geen parochie en was men aangewezen op de parochie van Oostakker. Dat impliceert ook dat de overledenen in Oostakker werden begraven. Sint-Amandsberg had namelijk geen kerkhof en zelfs geen kerk. Enkel de Sint-Amanduskapel op de top van de Sint-Amandshelling, gebouwd in 1720, deed al dienst en werd bediend door een proost. De laatste proost van de kapel was E.H. Jozef Van Damme (1804-1874), hij werd de eerste pastoor van de nieuwe Sint-Amandusparochie. Pastoor Van Damme nam het initiatief tot het bouwen van een kerk en de aanleg van een kerkhof op de noordelijke helling van de natuurlijke Sint-Amandshelling, ook wel ‘Kapelleberg’ genoemd. Op 8 december 1847 werden de Sint-Amanduskerk en het kerkhof Campo Santo (‘Heilig Veld’) ingewijd.
Van bij het begin wist het Campo Santo de katholieke, Franstalige bourgeoisie van Gent te bekoren. Zo is het oudste nog bewaarde graf van de begraafplaats dat van Maria de Hemptinne, dochter van de katoen- en textielbaron Felix de Hemptinne; het graf dateert van 1848. Andere textielfamilies zoals Baertsoen, Bove-Dutry, Casier, De Smet en Story volgden het voorbeeld van de Hemptinne. Daarnaast vond ook de culturele en intellectuele elite de weg naar het Campo Santo. Vooral na de bijzetting van schrijver, letterkundige en voorman van de Vlaamse Beweging Jan Frans Willems in 1848 verwierf het nieuwe kerkhof grote naambekendheid. Vele voorvechters van de Vlaamse Beweging zoals dichter Karel Lodewijk Ledeganck zouden volgen en de begraafplaats werd de rustplek bij uitstek voor de Vlaamse en Gentse elite.
In 1856 vond al een eerste uitbreiding van het Campo Santo plaats op een stuk grond dat geschonken werd aan het kerkbestuur. Nadat Sint-Amandsberg in 1872 een zelfstandige gemeente geworden was, voerde de gemeente tussen 1873 en 1879 een uitvoerig aankoopbeleid. Het hele domein tussen de Verkortingsstraat, de Antwerpsesteenweg en de huidige Visitatiestraat was na de uitbreidingsfase eigendom van de gemeente en kon gebruikt worden om de begraafplaats uit te breiden.
De volgende grote uitbreiding van het Campo Santo gebeurde in 1918. In dat jaar kocht de gemeente Sint-Amandsberg het aanpalende kasteeldomein ‘De Smet’, de voormalige eigendom van de paardenhandelaar Henri De Smet. Tussen 1935-1938 werd de parochiekerk Sint-Amandus vergroot en daarbij gingen enkele grafmonumenten verloren. Het aantal graven bleef ondertussen stijgen wat het gemeentebestuur ertoe noopte om vanaf 1936 op al de bestaande reservegronden de gebouwen af te breken, waaronder het kasteel “De Smet”. Na de afbraakwerken voerde de gemeente opnieuw een uitbreidingsplan door en kocht men de gronden van de “nv Hofbouwmaatschappij Sint-Amandsberg”. Die nieuwe gronden werden zoals gewoonlijk niet onmiddellijk aangelegd als kerkhof en dienden als reserve.
In de jaren 1960 werd de Striemenberg of Heldenheuvel aangelegd als herdenkingsplaats voor de oorlogsslachtoffers van beide wereldoorlogen. Na enig gepalaver werd in 1975 het monument van architect Clemens Buntinx op de top van de heuvel plechtig ingehuldigd.
Bekende namen die begraven zijn op het Campo Santo maar nog niet aan bod kwamen, zijn o.a.:
- Walter Capiau, radio- en televisiepresentator
- Christine D’haen, dichteres en prozaschrijfster
- Jules de Saint-Genois, historicus, archivaris, schrijver en politicus, medestichter Willemsfonds
- Luc De Vos, muzikant en schrijver
- August De Wilde, politicus (VNV), waarnemend oorlogsburgemeester van Gent tijdens WO II
- Albert Dutry, advocaat, kunstschilder, kunstcriticus en politicus
- Jozef Guislain, psychiater
- Jan Hoet, curator en kunstkenner
- Rosalie Loveling, auteur
- Wilfried Martens, politicus, premier van België, minister van Staat
- Martin-Joseph Mengal, componist en muziekpedagoog
- Frans Masereel, graficus, houtsnijwerker, kunstschilder en tekenaar
- Marc Sleen, striptekenaar
- Gustave en Karel van de Woestijne, respectievelijk kunstschilder en auteur
- Architecten als Lodewijk Roelandt, Valentin Vaerwyck en Louis Van Overstraeten
- Industriëlen als Ferdinand Lousbergs en Astère Vercruysse de Solart
Bronnen
“Begraafplaats Campo Santo”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd november 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/200725.
“Campo Santo (Gent)”, Wikipedia, geraadpleegd november 2021, (voor de lijst met belangrijke namen),
https://nl.wikipedia.org/wiki/Campo_Santo_(Gent).
Sabine De Groote, Het Campo Santo van Sint-Amandsberg (Gent: provinciebestuur Oost-Vlaanderen, 2000).
- Kloosters
O.L.V. Visitatie Sint-Amandsberg
Het klooster in de Visitatiestraat in Sint-Amandsberg is het hoofdhuis van de congregatie Zusters van Onze-Lieve-Vrouw Visitatie. Aan het klooster ligt de campus Visitatie van het Sint-Janscollege Humaniora en de Vrije Basisschool Sint-Janscollege Visitatie. Sinds 2009 is het klooster aangeduid als bouwkundig erfgoed.
Die congregatie kan teruggevoerd worden op een gemeenschap van zogenaamde ‘geestelijke dochters’, ook wel bekend als ‘klopjes’ of ‘kwezels’, die in de 17e eeuw het Gentse ‘Pesthuys’ (Sint-Machariushuis) bestuurden. In 1672 verliet de gemeenschap het pesthuis om dan voor tien jaar te verdwijnen uit de historische bronnen. Ze duiken terug op in 1682; de zusters woonden aan de Sint-Baafskathedraal en hielden zich voortaan bezig met de opvoeding en het onderricht van volkskinderen. Zij inspireerden zich op de H. Franciscus van Sales (1567-1622), zo raakten de zusters ook bekend als ‘Saleszusters’.
In de vroege 18e eeuw verhuisde de gemeenschap naar de Brabantdam waar ze gedurende een kleine eeuw een armenschool en kostschool voor meer gegoede kinderen bestierden. De school- en kloostergebouwen werden echter in 1798 door de Franse bewindvoerders als openbaar bezit verkocht. Nadien werkten de zusters in een weeshuis (‘Blauwe Meisjesschool’, het weeshuis van de Gentse Commissie van Openbare Onderstand) en openden ze ook een school voor burgermeisjes. In 1832 breidde de gemeenschap uit met een meisjesinternaat en kantschool, alsook opvang voor welgestelde bejaarde dames.
Henricus-Franciscus Bracq werd in 1835 aangesteld als directeur van de zustergemeenschap. Hij hervormde de gemeenschap tot een monastieke congregatie naar het voorbeeld van de Franse Orde van Maria Visitatie, gesticht in 1610 door Franciscus van Sales. De hervormingen van Bracq hadden een grote impact op de apostolische werking en het leven van de zusters. Vanaf dan kunnen we echt spreken van de Zusters van O.L.V. Visitatie.
Door een sterke groei van het aantal Visitatiezusters, kon in 1850 het eerste bijhuis gesticht worden in Sint-Amandsberg. Sinds 1879 is het klooster in Sint-Amandsberg het hoofdhuis van de congregatie. Aanvankelijk was er naast het klooster in de Visitatiestraat enkel een lagere school aanwezig, in 1888 kwam daar ook een normaalschool bij.
Nadien volgden nog vele stichtingen of overnames in het bisdom Gent maar ook daarbuiten. Gezien de traditie van opvoeding en onderwijs, waren er meestal scholen aan de kloosters van de congregatie verbonden, al stichtte de Congregatie ook een aantal bejaardentehuizen. Vanaf 1957 hadden de Visitatiezusters ook een missie in Rwanda, waar sinds 1983 een autonome gemeenschap van zusters leeft.
Door het dalende aantal nieuwe zusters en de vergrijzing van de gemeenschap zag de congregatie zich genoodzaakt vanaf de jaren 1960 stelselmatig bijhuizen op te heffen of over te dragen. In het licht van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) vonden ook grote vernieuwingen plaats binnen de Orde van O.L.V. Visitatie. Momenteel wonen er nog enkele zusters in het klooster in de Visitatiestraat.
Bronnen
“Klooster zusters Onze-Lieve-Vrouw Visitatie”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd oktober 2021,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/26833.
Kristien Suenens, “Congregatie van de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw-Visitatie, Gent/Sint-Amandsberg (1669-)”, ODIS – Online Databank voor Intermediaire Structuren, 2020,
https://www.odis.be/lnk/OR_6656.
O.L.V. Visitatie Oude Bareel
(In opbouw)
Voor informatie over de congregatie Zusters van Onze-Lieve-Vrouw Visitatie: zie klooster O.L.V. Visitatie Sint-Amandsberg.
- Pastorieën
Pastorie Oude Bareel
(In opbouw)
Pastorie Sint-Amandus
Het pastoriegebouw van Sint-Amandus in de Visitatiestraat 7 doet momenteel niet meer dienst als woning van de pastoor. De pastorie wordt echter wel nog gebruikt als secretariaat voor de parochie Sint-Amandus en de overkoepelende parochiefederatie Heilige Franciscus van Assisi in Gent-Oost.
In 2009 werd de pastorie van de Sint-Amandusparochie erkend als bouwkundig erfgoed.
Tot 1847 was Sint-Amandsberg op parochiaal vlak afhankelijk van Oostakker en was Sint-Amandus een proosdij. In 1847 kreeg Sint-Amandus de status van zelfstandige parochie en in datzelfde jaar werden de Sint-Amanduskerk en het Campo Santo ingewijd. Enkele jaren later, tussen 1855 en 1856, werd de pastorie van de nieuwe parochie Sint-Amandus gebouwd. E. Poelman was de architect van het neoclassicistische gebouw. De tweede pastoor van de parochie Sint-Amandus, E.H. Beatse, nam er als eerste zijn intrek.
De neoclassicistische architectuur streefde sterk naar harmonie, symmetrie en orde zoals in het classicisme, maar ging losser om met het gebruik van ornamenten. Het neoclassicisme in de bouwkunst was een reactie op de overdadige en zwierige stijl van de barok en vooral de rococo. De stroming kende haar hoogtepunt in Europa tussen eind 18e eeuw en het midden van de 19e eeuw. Kenmerkend voor het latere neoclassicisme in België (midden 19e – begin 20e eeuw) is het feit dat de gevels vaak bepleisterd zijn, zoals ook het geval is bij de pastorie van Sint-Amandus. De gevel van de pastorie oogt ook zeer strak en symmetrisch.
Als u nog extra relevante informatie heeft met betrekking tot de pastorie van Sint-Amandus, contacteer mij dan gerust.
Ga naar Locatie op Google Street View
Bronnen
“Inventaris van het archief van de kerkfabriek en parochie Sint-Amandus te Sint-Amandsberg, 1721-2002”, Rijksarchief België, 2015,
https://search.arch.be/nl/?option=com_rab_findingaids&view=findingaid&format=pdf&eadid=BE-A0514_116669_115393_DUT.
“Neoclassicisme”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd januari 2022,
https://thesaurus.onroerenderfgoed.be/conceptschemes/STIJLEN_EN_CULTUREN/c/12.
“Pastorie Sint-Amandusparochie met tuin”, Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, geraadpleegd januari 2022,
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/26834.